Schoorsteenvegers (07.01.01)

Een van de meest bureaucratische en irritante regelingen in Duitsland is het beroep van schoorsteenveger. Het Kehrmonopol (veegmonopolie) van de Duitse schoorsteenveger werd in 1935 door de nationaal-socialisten ingevoerd en verdeelt Duitsland in ca. 8000 Kehrbezirke, die toegewezen zijn aan een even groot aantal Bezirksschornsteinfegermeister.

De Bezirksschornsteinfegermeister is door een aantal wettelijke taken altijd van inkomen verzekerd. Per huurder bedragen de jaarlijks te betalen leges ca. 40 euro en eigenaren van een woonhuis betalen ca. 70 euro per jaar;

Door wijziging van het Schornsteinfegergesetz (jawel) is het ook voor buitenlandse bedrijven mogelijk Duitse schoorstenen te vegen. De rayons worden niet meer tot aan het pensioen van de Meister toebedeeld maar slechts voor een periode van 7 jaar. Daarna moeten de rayons openbaar worden aanbesteed.

Eigenaren kunnen hun huizen ook door een ander bedrijf dan dat van de Bezirksschornsteinfegermeister mogen laten controleren. Als Duitser toont men zijn bekwaamheid aan doormiddel van de inschrijving in de Handwerksrolle voor het beroep van schoorsteenveger. Hiervoor dient men beschikken over de Grosser Befaehigungsnachweis en deze verkrijgt men pas na doorlopen van de Lehre, de Gesellenzeit en voltooiing van de opleiding tot Schornsteinfegermeister (daar zijn ze al snel een jaar of 8 tot 10 zoet mee).

Elke woning , ook de vakantiewoning, dient te beschikken over een “Feuerstattenbescheid”. Daarin staat wanneer de kachels worden gecontroleerd en welke werkzaamheden worden uitgevoerd. Er kan een soort abonnement worden genomen. Maar in principe is de eigenaar van de woning verantwoordelijk voor het maken van een afspraak.

Wordt de schoorsteenveger niet ingeschakeld, dan kan de schoorsteenveger bij de overheid aangifte doen. Vervolgens worden door de overheid bestuurlijke boetes opgelegd.

Veilig stoken zonder rook


Het rookkanaal dient in principe telkens na de verbranding van circa 2 kuub hout, of ten minste eenmaal per jaar, gereinigd te worden door gecertificeerde schoorsteenvegers.
“Brandgel”: gebruik bij voorkeur geen hulpmiddelen als ‘brandgel’ om het haardvuur krachtiger te maken. Deze hulpmiddelen kunnen aankoeken aan de binnenzijde van de schoorsteen, wat voor levensgevaarlijke situaties kan zorgen.
Wij spreken uit ervaring na het meemaken van een schoorsteenbrand. Buren kwamen ons waarschuwen, wij hadden niets in de gaten terwijl het dak in brand had kunnen vliegen. Er spoten vlammen en brandende deeltjes -die uitwaaiden- uit de schoorsteen, alsof er een eruptie op dak gaande was. Heel beangstigend om mee te maken.
Ook viel er op een avond een grote ‘brok’ (vuistgrote, zware ophoping van aangekoekt vuil/gel) naar beneden vanuit onze schoorsteen (we schrokken ons kapot). Gelukkig brandde we op dat moment geen vuur en waren we thuis.
Opbouw haardvuur: creëer nooit binnen enkele minuten een groot haardvuur. De schoorsteen is nog te koud aan de binnenzijde, waardoor deze onvoldoende rook wegzuigt en er onnodige rookontwikkeling in huis kan ontstaan.

Bouw (haardhout) vuur langzaam op. Bij briketten is dit niet nodig, deze ontvlammen minder heftig (mits je niet meer dan enkele briketten in de haard stopt).

Alleen onbewerkt hout (en nooit naaldhout) in de haard.

Bewerkt hout (geverfd of geïmpregneerd hout) kan bijzonder stinken, extra rook veroorzaken en giftige dampen verspreiden.
Houtbriketten: briketten zorgen doorgaans voor de minste rookontwikkeling en branden uren stabiel. Vaak bgeven ze wel extra vervuiling .

Bruinkool briketten zijn enorm vervuidelnd en schadelijk voor uw gezondheid.


Vochtig hout: stook nooit met te vochtig hout.

Vochtig hout, zoals bijvoorbeeld buitenshuis gesprokkeld hout, ontbrandt slecht, waardoor er meer rookontwikkeling ontstaat. Daarnaast zal het hout gaan sissen bij ontbranding en spatten de brandende stukjes hout soms met een noodvaart uit de haard (tot enkele meters buiten de haard zelfs, hetgeen met veel kracht en geknetter gepaard gaat).

Was kosten der Feuerstättenbescheid und die Feuerstättenschau?


Die Kosten für den Feuerstättenbescheid sind in der Kehr- und Überprüfungsordnung geregelt. Je nach Bundesland existiert ein sogenannter Arbeitswert, der zwischen 0,92 und 1,01 Euro liegt. Abhängig von der Anzahl der Feuerstätten berechnet der Kaminkehrer unterschiedlich viele Arbeitswerte: Beispielsweise für bis zu drei Feuerstätten zehn Arbeitswerte; für jede zusätzliche Feuerstätte zwei weitere Arbeitswerte. Die Kosten für den Feuerstättenbescheid sind aber nach oben hin gedeckelt: Pro Bescheid kommen maximal 30 Arbeitswerte zusammen. Rechnen Sie also mit Gebühren zwischen 10-30 Euro für den Feuerstättenbescheid.

Hinzu kommen die Kosten für die Feuerstättenschau selbst. Auch hier werden bestimmte Arbeitswerte-Quoten angesetzt, zum Beispiel pro Gebäude (11,7), pro Nutzungseinheit (4,0) und pro Meter Abgasleitung (1,0). Eine genaue Aufschlüsselung der Arbeitswerte nach Tätigkeit des Schornsteinfegers finden Sie in der Verordnung zur Änderung der Kehr- und Überprüfungsordnung. Hier lassen sich, anders als beim Feuerstättenbescheid, schwer pauschale Kostenprognosen treffen, weil die Kosten stark vom Umfang Ihrer Anlagen abhängen.

Was müssen Eigentümer beachten?

Seit Ende des Jahres 2015 können Sie die Kosten für alle im Schornsteinfegergesetz festgelegten Leistungen auch steuerlich absetzen: Der Bundesfinanzhof entschied, dass sie zu den sogenannten haushaltsnahen Leistungen zählen. Das heißt: Auch der Betrag für Feuerstättenschau und -bescheid sind abzugsfähig und zwar zu 20% (maximal 1200 Euro). Voraussetzung ist, dass Sie eine Rechnung haben und bargeldlos zahlen. Achten Sie also unbedingt darauf, sich im Anschluss an die Feuerstättenschau eine entsprechende Quittung vom Schornsteinfeger schreiben zu lassen und diese durch Überweisung zu bezahlen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *